Oude Molstraat 35

kapel zuster der liefde

Status
Gemeentelijk Monument
Wijk
Centrum
Architect
Duynstee, J.
Bouwstijl
Delftse School
Bouwjaar
1928
bovenste deel voorgevel

Tot het omvangrijke complex van het "Willibrordushuis", waarvan de oudste delen dateren uit de 17de eeuw, maar dat zijn huidige omvang en uiterlijk verkreeg door talrijke verbouwingen en uitbreidingen in drie eeuwen, behoort een kapel met bakstenen puntgevel aan de straatzijde.
Deze kapel bevindt zich op de verdieping van het rechts naast de deur van no. 35 gelegen bouwlid en werd gebouwd in 1928 naar het ontwerp van de Haagse architect Jos Duynstee, voor de Zusters van Liefde uit Tilburg, die het gehele complex van 1842 als klooster in gebruik hadden.

De bakstenen puntgevel van de kapel vertoont een aan de architectuur van A.J. Kropholler verwante stijl. Bovenin bevat deze gevel een roosvenster, daaronder een in natuursteen gehouwen beeld van Willibrordus en op de begane-grond drie vensters met zandstenen hoekblokken. Het zadeldak van de kapel wordt bekroond door een houten dakruiter met spits. De kapel is een rechthoekige ruimte in neogotische stijl met spitsboogvensters in de linker zijwand en een roosvenster in de sluitingswand van het priesterkoor. De kapel wordt overkluisd door in stucwerk uitgevoerde kruisgewelven op ijzeren ribben en met gebeeldhouwde kraagstenen in eigentijdse detaillering. De spitsboogvensters bezitten gebrandschilderde ramen met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament, vervaardigd door Lou Asperslagh. Op de blinde wand tegenover de ramen bevindt zich een reeks op het metselwerk aangebrachte muurschilderingen van de, vooral als glazenier bekende, Lou Asperslagh. Gerekend vanaf het priesterkoor zijn achtereenvolgens uitgebeeld: de parabel van de Verloren Zoon, Christus en de Samaritaanse vrouw bij de waterput, de genezing van de lanme in Bethesda en de opwekking van Lazarus. Tegen de wand achter het oxaal is een schildering met een voorstelling van Maria als Koningin des Hemels aangebracht. Op de hoeken van het priesterkoor bevinden zich twee heiligenbeelden, gebeeldhouwd in kalksteen waarschijnlijk door dezelfde kunstenaar die het Willibrordusbeeld aan de voorgevel maakte, mogelijk W.A. van der Winkel die in de jaren twintig veel beeldhouwwerk voor Haagse katholieke kerken leverde. Het meubilair van de kapel dateert grotendeels uit de bouwtijd. Ook de oorspronkelijke kleurstelling is bewaard gebleven, met uitzondering van het priesterkoor dat thans een monochrome beschildering bezit.

De kapel is kunsthistorisch van waarde als een der weinige kloosterkapellen in Den Haag, die in de authentieke toestand zijn bewaard gebleven. Bovendien is het artistieke gehalte van de wandschilderingen, gebrandschilderde ramen en beelden representatief voor de kerkelijke kunst in het interbellum.

Derhalve is de kapel van algemeen belang voor de gemeente s-Gravenhage vanwege de architectuurhistorische, typologische en zeidzaamheidswaarde. Een toegevoegde waarde ontleent de kapel aan het feit dat zij deel uitmaakt van een uit architectuurhistorisch en geschiedkundig oogpunt belangrijk complex van gebouwen uit de 17de-20ste eeuw.

 

kapel zuster der liefde
Plaatselijke aanduiding: Oude Molstraat 35
Registratiedatum: 10 november 2025

bovenste deel voorgevel

Kadastrale aanduiding:
Sectie: D

Omschrijving van het monument

Tot het omvangrijke complex van het "Willibrordushuis", waarvan de oudste delen dateren uit de 17de eeuw, maar dat zijn huidige omvang en uiterlijk verkreeg door talrijke verbouwingen en uitbreidingen in drie eeuwen, behoort een kapel met bakstenen puntgevel aan de straatzijde.
Deze kapel bevindt zich op de verdieping van het rechts naast de deur van no. 35 gelegen bouwlid en werd gebouwd in 1928 naar het ontwerp van de Haagse architect Jos Duynstee, voor de Zusters van Liefde uit Tilburg, die het gehele complex van 1842 als klooster in gebruik hadden.

De bakstenen puntgevel van de kapel vertoont een aan de architectuur van A.J. Kropholler verwante stijl. Bovenin bevat deze gevel een roosvenster, daaronder een in natuursteen gehouwen beeld van Willibrordus en op de begane-grond drie vensters met zandstenen hoekblokken. Het zadeldak van de kapel wordt bekroond door een houten dakruiter met spits. De kapel is een rechthoekige ruimte in neogotische stijl met spitsboogvensters in de linker zijwand en een roosvenster in de sluitingswand van het priesterkoor. De kapel wordt overkluisd door in stucwerk uitgevoerde kruisgewelven op ijzeren ribben en met gebeeldhouwde kraagstenen in eigentijdse detaillering. De spitsboogvensters bezitten gebrandschilderde ramen met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament, vervaardigd door Lou Asperslagh. Op de blinde wand tegenover de ramen bevindt zich een reeks op het metselwerk aangebrachte muurschilderingen van de, vooral als glazenier bekende, Lou Asperslagh. Gerekend vanaf het priesterkoor zijn achtereenvolgens uitgebeeld: de parabel van de Verloren Zoon, Christus en de Samaritaanse vrouw bij de waterput, de genezing van de lanme in Bethesda en de opwekking van Lazarus. Tegen de wand achter het oxaal is een schildering met een voorstelling van Maria als Koningin des Hemels aangebracht. Op de hoeken van het priesterkoor bevinden zich twee heiligenbeelden, gebeeldhouwd in kalksteen waarschijnlijk door dezelfde kunstenaar die het Willibrordusbeeld aan de voorgevel maakte, mogelijk W.A. van der Winkel die in de jaren twintig veel beeldhouwwerk voor Haagse katholieke kerken leverde. Het meubilair van de kapel dateert grotendeels uit de bouwtijd. Ook de oorspronkelijke kleurstelling is bewaard gebleven, met uitzondering van het priesterkoor dat thans een monochrome beschildering bezit.

De kapel is kunsthistorisch van waarde als een der weinige kloosterkapellen in Den Haag, die in de authentieke toestand zijn bewaard gebleven. Bovendien is het artistieke gehalte van de wandschilderingen, gebrandschilderde ramen en beelden representatief voor de kerkelijke kunst in het interbellum.

Derhalve is de kapel van algemeen belang voor de gemeente s-Gravenhage vanwege de architectuurhistorische, typologische en zeidzaamheidswaarde. Een toegevoegde waarde ontleent de kapel aan het feit dat zij deel uitmaakt van een uit architectuurhistorisch en geschiedkundig oogpunt belangrijk complex van gebouwen uit de 17de-20ste eeuw.